Genieten van je eigen druivenplant
Wie neemt er niet graag een trosje druiven mee naar huis, als we die in supermarkt zien. Je wilt zelfgeteelde druiven eten? Dat kan, want de druivenplant is winterhard en dus geschikt voor het Nederlandse klimaat. De naam van de druivenplant is wijnstok of officieel Vitis vinifera. De wijnstok komt oorspronkelijk uit het mediterrane gebied en het Midden-Oosten.
Kenmerken
De druivenplant is een klimmer met rankjes die om steunpunten heen groeien, zoals gaas. Dat is anders dan bij de klimop, die zich vastzet op een muur. Aan de bovenzijde glanzen de bladeren van de wijnstok met een donkergroene kleur. Aan de onderkant zijn ze lichtgroen. De wijnstok heeft kleine geelgroene en lekker ruikende bloempjes. De wilde winstok heeft mannelijke of vrouwelijke bloemen en dus moet er kruisbestuiving plaatsvinden. Echter, bij de gekweekte vindt er zelfbestuiving plaats, omdat ze zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen hebben. De vrucht is een bes, die rond of ovaal is, en die van kleur geelachtig zoals Muskaat, groenachtig zoals Sémillon, roodachtig zoals Gewurztraminer, of donkerblauw zoals Malbec, is. Niet alle druiven van een tros komen tot volledige ontwikkeling. Die laatsten worden bij het druiven krenten weggehaald. De bloeitijd is in juni.
Voorbeeld
We nemen hier als voorbeeld de Muskaat druif en in de uitvoering van een oude druif op een hoge stam. In deze uitvoering is de wijnstok al diverse jaren oud. Die is daarom sterker en is aan te raden als je nog geen ervaring hebt met wijnstokken. De plant dient in de volle zon of halfschaduw te staan. Hij is winterhard tot -16 ºC in de pot en tot -18 ºC in de volle grond. Vanaf -14 ºC dien je de plant af te dekken met vliesdoek. Je moet hem poten in humusrijke en losse grond. Bijmesten is nodig in totaal 4 keer, in de maanden maart t/m augustus. De plant mag niet te droog worden gedurende droge periodes.